Eigenlijk is heel eenvoudig: we zetten de bewoner centraal tijdens het leefgelukgesprek. Dat vindt Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (EVV’er) Hilke Driessen – die bij Hof van Bluyssen in Asten werkt - het belangrijkste winstpunt. “We bespreken bewust het welzijn van de bewoner. Centraal staat de vraag wat hij of zij wil. We betrekken, waar dat kan, de bewoner actief bij dit gesprek. Dat levert veel inzichten en handvatten op om het leefgeluk van een bewoner verder te verbeteren.”
Eigen regie
Hilke vindt het belangrijk dat een bewoner zoveel mogelijk actief betrokken wordt bij het leefgelukgesprek. “Dat betekent dat ik mijn taalgebruik aanpas en het gesprek zo gemakkelijk mogelijk houd. Tijdens de gesprekken heb ik ervaren dat een bewoner vaak nog kan aangeven wat hij of zij belangrijk vindt en wat er volgens hem of haar moet gebeuren. Ik vind het positief dat een bewoner tijdens deze gesprekken meer aan het woord is dan je vooraf zou verwachten. Vaak wil hij of zij meepraten over de eigen regie en de verantwoorde veilige vrijheid die we willen geven. Dat vind ik een goede zaak.”
Compact maar heel zinvol
Voor Hilke sluiten de leefgelukgesprekken goed aan bij de belevingsgerichte zorg van Hof van Bluyssen. “Bij het multidisciplinair overleg (MDO) lag het accent soms net wat meer op de medische zorg. Die is natuurlijk belangrijk en nemen we zeker mee in de leefgelukgesprekken. Maar nu stellen we onszelf nadrukkelijk de vraag: wat is leefgeluk voor u als bewoner en hoe kunnen wij als zorggevers daar aan bijdragen? De focus ligt dus echt anders. De gesprekken leveren heel zinvolle informatie op waar ik als EVV’er in de praktijk echt iets mee kan. We krijgen samen een breder beeld van het welzijn en welbevinden van een bewoner. Persoonlijk vind ik het heel waardevol dat de stem van een bewoner nog beter gehoord wordt en niet te snel ingekleurd wordt door bijvoorbeeld familie of zorgverleners. Het is belangrijk en goed dat bewoners eigen keuzes mogen maken.”
Méér dan een gesprek
Thea Berkvens- van den Eijnden typeert het leefgeluk als méér dan een gesprek. “Er is tijdens het leefgelukgesprek – maar ook in de dagelijkse zorg – echt oog en aandacht voor mijn moeder. Toen mijn moeder bij Hof van Bluyssen kwam wonen, waren er nog MDO’s. Daarin was ook aandacht voor het welzijn, maar er werd ook veel gesproken over de medische kant van de zorg. Absoluut ook belangrijk, maar het gaat erom dat mijn moeder een prettig leven heeft. Het mooiste wat we haar nog kunnen geven, is dat ze goed in haar vel zit. Juist dat staat in de leefgelukgesprekken centraal.”
‘Het mooiste wat we mijn moeder nog kunnen geven, is dat ze goed in haar vel zit.’
‘Die menselijke zorg vind ik heel waardevol.’
Thea zegt dat niet voor niets. Haar moeders ziekte zorgt dat het soms lastig is om bijvoorbeeld de onrust die zij heeft te begrijpen. “Compliment voor de medewerkers die steeds blijven zoeken hoe die onrust opgeroepen wordt en hoe je die kunt voorkomen. Bij de leefgelukgesprekken ben je als familielid een gelijkwaardige gesprekspartner. Deze bijeenkomsten zijn heel prettig en leiden ook tot duidelijke en zinvolle afspraken. Je wordt als familielid gehoord en betrokken bij de afwegingen en afspraken over het leefgeluk. Voor mij waren de MDO’s al goed, maar ik merk dat de zorg voor mijn moeder door de leefgelukgesprekken nog beter is geworden. ”
Zelf aan het stuur
De fiets van Hans is daar een sprekend voorbeeld van. Rita legt uit: “Hans is lichamelijk in goede conditie en een echt buitenmens. Onze grote wens was dat hij weer mocht fietsen. Niet op een duofiets, maar zélf aan het stuur zitten. Dat vindt Hans belangrijk. Lichamelijk is dat geen probleem, maar vanwege zijn dementie moet dat wel veilig en verantwoord kunnen. In het welkomstgesprek welzijn hebben we gezamenlijk besproken hoe we stapsgewijs deze wens binnen veilige kaders konden invullen.” Gespecialiseerd medewerker welzijn Christien van der Merwe vult aan: “In het welkomstgesprek welzijn, een maand na de opname, werd de fietswens heel duidelijk geuit. De fysio- en ergotherapeut hadden al gekeken of Hans met zijn eigen elektrische fiets op pad zou kunnen. Omdat het voor hem lastig is om twee dingen tegelijk te doen, vonden we dat geen optie. Bij Amaliazorg zijn we ook bezig om verantwoorde veilige vrijheid te geven aan bewoners. Daarom heb ik in overleg met het locatiehoofd besloten om te kijken wat wél mogelijk was. Hans ging samen met de fysiotherapeut op een gewone fiets oefenen in de tuin.” Rita vult aan: “Dat gaat goed. De volgende stap is een vrijwilliger zoeken die met Hans samen wil gaan fietsen. Dan kan hij lekker op pad en is zijn wens vervuld.”
Denken in mogelijkheden
De bewoner zoveel mogelijk ‘zelf aan het stuur’ én denken in mogelijkheden: dat vindt Rita zo bijzonder aan de gesprekken. “Zo kwam Christien met het voorstel om Hans elke woensdag te laten helpen met het verzorgen van de dieren. Op donderdag helpt hij bij het brengen en halen van de was van en naar Oisterwijk. Dat vindt hij heerlijk om te doen.” Christien vindt dat mooi om te horen: “Vanuit onze belevingsgerichte zorg willen we elke bewoner levenskwaliteit en -geluk geven. De leefgelukgesprekken helpen ons daarbij. We kijken samen met bewoners en familie naar wat iemand wil en hoe wij dat kunnen realiseren. Als je lekker in je vel zit, gaat het altijd beter met je. Dat geldt zeker ook voor de bewoners.” En net als elk mens heeft Hans ook soms een mindere dag, constateert Rita. “Maar wat voor mij een hele geruststelling is: als Hans een keer niet lekker in zijn vel zit, zien de medewerkers dat. Ze geven dan altijd de juiste aandacht aan hem.”